1. (De club en de leden: vertellend met een knipoog...)
Bacchus is, zoals je weet, de god van de wijn in Griekenland,
En een vrouw die vrolijk drinkt, ja die noemt men een bacchante.
Saters hebben bokkenpoten, horens en een baardje fijn.
Maar ze drinken allemaal op tijd een lekker glaasje wijn!
Saters en Bacchanten nodigen je uit
Op glühweinabend, haringbak, barbecue of fuif.
Kom maar naar ons clubhuis, daar is 't altijd feest:
Eten, drinken, praten, lachen, zingen om ter meest!
2. (De grondstof: belerend, maar toch wat speels...)
Appeltjes en peertjes of rabarber, alle pruimen,
Rode besseb, zwarte bessen, blauwe en witte druiven,
Rode kriek, of banaan, aangevuld met kruiden:
Alles wordt gebrouwen tot een wijntje, droog of fruitig!
3. (Het eindproduct, heel fier dus...)
Wijn van druiven om te fuiven, wijn van peren voor de heren,
Wijn van krieken voor de zieken, en "Champoeper" voor de snoepers!
"Geelse Stoute" voor de vrouwtjes, "Stoere" voor de boeren,
Porto, Cherry, Kruidenwijn: waar kan 't leven beter zijn?
4. (Flitsen uit het werkatelier: drie solisten klappen luidruchtig uit de biecht...)
"Duizend bommen en granaten, dat zijn weer die slechte stoppen!"
"Potverdorie, die Dame-Jeanne is weer volledig naar de knoppen!"
"Altijd weer, iets verkeerd, tegenslag met hopen!
'k Ga nog liever naar de Colruyt volle flessen kopen!"
5. (De degustatie, dus zingen in slow motion... De voorzitter demonstreert rechtstaand.
Sluit de ogen ten gepasten tijde)
Traag chambreren, decanteren, dan in 't eerste proefglas
Neem het tussen ring- en middenvinger en bekijk dat.
Zie de kleur, ruik de geur, neem een flinke teug dan:
Sluit je ogen en geniet: odor, color, sapor!
|